Skip to main content

Waterdichtings- & injectiewerken

Zeg vaarwel tegen vocht!

Doorslagvocht

Paramentmetselwerk, natuursteen, beton, e.d. hebben het vermogen om water te absorberen. Het “vasthouden “ van vocht kan resulteren tot diverse gevolgschade, zoals bijvoorbeeld:

  • alg- en mosaangroei
  • sterke vervuiling van het oppervlak
  • vorstschade aan metsel- en voegwerk
  • verweren van zandsteen
  • doorslagvocht bij volle muren / metselwerk zonder spouw

Door bouwmaterialen met moderne impregneermiddelen waterwerend te behandelen verkrijgt men tal van voordelen:

  • De bouwstenen nemen geen vocht meer op, dus zal de isolatiewaarde ook bij regen hetzelfde blijven als een droge bouwsteen, dus minder warmte-/energieverlies.
  • Na impregnering geen vochtdoorslag meer.
  • Mos en algen hebben geen of nauwelijks vat meer om zich af te zetten op de bouwsteen.
  • Aantasting door zure regen wordt beperkt.
  • De gevels blijven esthetisch langer mooi en schoon.
  • Vorstschade aan de bouwstenen is niet meer mogelijk, wel rekening houdende met de detailleringen dat er geen vocht achter het systeem kan komen.

Niet alleen op gereinigde of gerenoveerde gevels is deze behandeling een aanrader, ook voor een nieuwe woning is het een erg interessante voorzorgsmaatregel omdat het een meerwaarde geeft aan de isolatiewaarde van de woning.

Materiaalkeuze

Het product is een gemofificeerd oligomeer siloxaan (WTCB gekeurd TV 210) van het type methyl-ethoxy, opgelost in alifatische solventen. De actieve stof bedraagt 10% in massaconcentratie. Het product heeft een hoog indringingsvermogen, een goede alkalibestendigheid (tot pH 13), is UV-bestendig en mag op een licht vochtige ondergrond aangebracht worden, wel met in achtname dat de absorptiezone vrij is van water.

Het product polymeriseert onder invloed van de vochtigheid in de ondergrond of lucht tot een kleefvrij polymeer en is kleurloos. In tegenstelling tot verschillende producten op de “Doe-het-zelf-markt” dewelke een film vormen aan de oppervlakte, de gevel bijgevolg niet meer kan ademen en waardoor er het risico op condensatie in de woning toeneemt, behoudt dit product de dampdoorlaatbaarheid!

De diffusieweerstand na de behandeling zal weinig zijn toegenomen. Het impregneermiddel doet het optisch beeld van de bouwstof niet veranderen en zal diep indringen. De oppervlaktespanning t.o.v. water is zeer groot.

Uitvoeringstechniek

De staat van de ondergrond dient zuiver, gezond en voldoende droog te zijn. Eventueel oude bevuilde ondergronden dienen vooraf gereinigd te worden en nagespoeld te worden tot hij volledig stofvrij is. Slechte voegen, barsten of holten in de steen dienen vooraf hersteld te worden. Verzande of verpulverde voegen en/of stenen moeten vooraf behandeld worden met een voeg- en steenversteviger teneinde de minerale structuur terug op te bouwen.

  • De behandeling gebeurt door het bevloeien van de ondergrond onder lage druk zodat zeker geen verneveling of verstuiving v/h product plaatsvindt.
  • De behandeling gebeurt van onder naar boven met horizontaal heen- en weergaande bewegingen, zodat een afvloeien van ongeveer 20cm verkregen wordt.
  • De behandelingen gebeuren nat in nat tot verzadiging van de ondergrond.

Optrekkend vocht

Optrekkend vocht ontstaat door capillair transport van water. Hoe talrijker en hoe dunner de capillairen in de bouwstof zijn, hoe groter de wateropname en hoe hoger het water stijgt.

Gevolgschade:

  • De muren vertonen vochtvlekken en uitbloeiing.
  • Bestaande verflagen schilferen af, het behangpapier komt los en er ontstaat schimmelvorming.
  • De voegen verzanden en afwerkingslagen worden aangetast. Door het vochttransport worden vooral sulfaatzouten afgezet tussen het metselwerk en de pleisterlagen, die door het uitkristalliseren voor schade zorgen aan de binnenbepleistering.
  • Er ontstaat een zeer ongezonde leefomgeving door een hogere relatieve luchtvochtigheid (RV) en schimmelvorming met een beduidend lagere warmte-isolatie.

Materiaalkeuze:

Het droogmaken van muren gebeurt door een ondoordringbaar scherm, of sperlaag te vormen onderaan de muur. Het vocht dat nog boven het scherm zit verdampt en de muur droogt volledig op. Dit scherm wordt gevormd door een injectieproduct op basis van een silaan-siloxaan mengsel dat polymeriseert naar een waterwerend polymeer en dat zich vasthecht in het capillair stelsel. Een tensioactieve toeslagstof vermindert de oppervlaktespanning om een betere indringing in het capillaire stelsel te verzekeren. Het vochtwerend effect wordt versterkt door een katalysator. Bijkomend zorgt een vertragende toeslagstof voor een langere “open tijd” waardoor het product zich optimaal blijft verspreiden, zelfs in minder gunstige omstandigheden. Verder bestaat het product nog uit een complex dat de aanwezige zouten grotendeels blokkeert, en een verdunner die niet als een vluchtig organisch component wordt beschouwd en die geen problemen geeft op het vlak van een storende geur als gevolg van “cracking” door naakte vlammen of elk type van verwarming.

Uitvoeringstechniek:

Verwijderen van de bepleistering tot op 30 cm boven de aangetaste zone tot op de metselsteen. Hierdoor wordt de verdamping bevorderd. Op +/- 10 cm boven de vloerpas binnen of buitenzijde zullen met een tussenafstand van 20 à 25 cm boorgaten aangebracht worden met een diam. van 12 mm. Boven deze gaten, ca 20cm boven de vloerpas, boort men nogmaals gaten. De twee rijen zijn verschoven t.o.v. elkaar. De onderste rij wordt geboord tot minstens 2/3 van de dikte van het metselwerk, de boorgaten van de bovenste rij hebben een diepte gelijk aan 1/3 van de muurdikte. Hierdoor bereikt men een volledige doordrenking in een horizontaal vlak. De boringen gebeuren onder een hoek van 15 à 20 graden. Vervolgens verwijderen van stof uit de boorgaten d.m.v. uitblazen. De geboorde gaten worden geinjecteerd met een injectienaald met manometer. De injectienaald is voorzien van een afgrendeling die een tegendruk in de muur tot stand zal brengen. In deze boorgaten wordt met behulp van injectiepackers de vloeistof onder lage druk, ± 2 – 4 atm., ingespoten tot verzadiging. De nodige druk is afhankelijk van de porositeit en het zuigvermogen van de ondergrond. Wanneer de vloeistofkringen aan de oppervlakte komen en elkaar ononderbroken verbinden, is het injecteren beëindigd. Afhankelijk van de porositeit heeft men een verbruik van 1,5 à 2 liter per meter en per 10 cm muurdikte nodig.
Na het tot stand brengen van de sperlaag zullen alle geboorde gaten terug gedicht worden met een op punt gestelde mortelspecie. In de afgehakte zone waar zich nog de nodige sulfaatzouten bevinden wordt een dunne zout- en sulfaatneutraliserende mortellaag van ca. 3 mm. aangebracht en indien nodig nog een minerale afwijzende mortellaag van ca. 1 cm.

Garantie: 10-jarige garantie
Opmerkingen:
Alhoewel de verdunner die gebruikt wordt voor de samenstelling van het product aromaatvrij is, dient men in bewoonde gebouwen nog altijd rekening te houden dat sommige mensen nog steeds gevoelig kunnen zijn voor eventuele geurhinder en allergieën. Bijgevolg blijft het dus sterk aanbevolen om na de werken de ruimtes waarin het product werd toegepast gedurende de noodzakelijke tijd voldoende te ventileren.

Impregneren van gevels

Paramentmetselwerk, natuursteen, beton, e.d. hebben het vermogen om water te absorberen. Het “vasthouden “ van vocht kan resulteren tot diverse gevolgschade.

Gevolgschade:

  • alg- en mosaangroei
  • sterke vervuiling van het oppervlak
  • vorstschade aan metsel- en voegwerk
  • verweren van zandsteen
  • doorslagvocht bij volle muren / metselwerk zonder spouw enz…

Door bouwmaterialen met moderne impregneermiddelen waterwerend te behandelen verkrijgt men tal van voordelen:

  • Na impregnering geen vochtdoorslag meer.
  • Mos en algen hebben geen of nauwelijks vat meer om zich af te zetten op de bouwsteen.
  • Aantasting door zure regen wordt beperkt.
  • De gevels blijven esthetisch langer mooi en schoon.
  • Vorstschade aan de bouwstenen is niet meer mogelijk, wel rekening houdende met de detailleringen dat er geen vocht achter het systeem kan komen.

Niet alleen op gereinigde of gerenoveerde gevels is deze behandeling een aanrader, ook voor een nieuwe woning is het een erg interessante voorzorgsmaatregel omdat het een meerwaarde geeft aan de isolatiewaarde van de woning.

Materiaalkeuze:

Het product is een gemofificeerd oligomeer siloxaan (WTCB gekeurd TV 210) van het type methyl-ethoxy, opgelost in alifatische solventen. De actieve stof bedraagt 10% in massaconcentratie. Het product heeft een hoog indringingsvermogen, een goede alkalibestendigheid (tot pH 13), is UV-bestendig en mag op een licht vochtige ondergrond aangebracht worden, wel met in achtname dat de absorptiezone vrij is van water. Het product polymeriseert onder invloed van de vochtigheid in de ondergrond of lucht tot een kleefvrij polymeer. Het product is kleurloos, en in tegenstelling tot verschillende producten op de “Doe-het-zelf- markt” dewelke een film vormen aan de oppervlakte, de gevel bijgevolg niet meer kan ademen en waardoor er het risico op condensatie in de woning toeneemt, behoudt dit product de dampdoorlaatbaarheid! De diffusieweerstand na de behandeling zal weinig zijn toegenomen. Het impregneermiddel doet het optisch beeld van de bouwstof niet veranderen en zal diep indringen. De oppervlaktespanning t.o.v. water is zeer groot.

Uitvoeringstechniek:

De staat van de ondergrond dient zuiver, gezond en voldoende droog te zijn. Eventueel oude bevuilde ondergronden dienen vooraf gereinigd te worden en nagespoeld te worden tot hij volledig stofvrij is. Slechte voegen, barsten of holten in de steen dienen vooraf hersteld te worden. Verzande of verpulverde voegen en/of stenen moeten vooraf behandeld worden met een voeg- en steenversteviger teneinde de minerale structuur terug op te bouwen. De behandeling gebeurt door het bevloeien van de ondergrond onder lage druk zodat zeker geen verneveling of verstuiving v/h product plaatsvindt. De behandeling gebeurt van onder naar boven met horizontaal heen- en weergaande bewegingen, zodat een afvloeien van ongeveer 20cm verkregen wordt. De behandelingen gebeuren nat in nat tot verzadiging van de ondergrond.